dinsdag 24 mei 2011

Bob Dylan's zeventigste verjaardag

Bob Dylan is vandaag zeventig geworden. Naast de vele loftuigingen moet er ook ruimte zijn ter relativering.

Bob Dylan Wrote Propaganda songs, aldus the Minutemen:



Ook Syd Barrett had zo zijn mening over 'His Bobness':



Wilco tenslotte, had vooral oog voor het uiterlijk van de heer Zimmerman:



Gijsbert Kamer schrijft op de Volkskrantsite een stuk over Dylan waarin hij zelfs onze helden van The Dream Syndicate nog even aanhaalt. Gijsbert, hier is die prachtversie van Blind Willie Mctell:

zondag 20 februari 2011

J Mascis in film van Coen-broertjes?

Binnenkort verschijnt de soloplaat van J. Mascis, Several shades of why. Om daar enige aandacht voor te vragen liet platenmaatschappij Sub Pop de Dinosaur Jr. voorman interviewen door Maureen (?). En dat leverde een bizar gesprek op.

Mascis is natuurlijk van zichzelf al lichtelijk vreemd en verbaal niet erg sterk. Tegenovover de moederlijke mevrouw Maureen, weggelopen uit een tv-cursus bloemschikken van de lokale ziekenomroep, voelt hij zich zichtbaar ongemakkelijk, al blijft hij vriendelijk glimlachen. Wat zich ontspint is een licht-absurdistisch vraag-antwoordspel dat zomaar afkomstig had kunnen zijn uit een Coen-brothers film over een rockster op z´n retour.



Hieronder ook alvast een voorproefje van de plaat, die volgende maand uitkomt.

dinsdag 25 januari 2011

Steve Wynn, still going strong

Mooi optreden van ´oude held´ Steve Wynn, afgelopen zondag in Roepaen, een voormalig klooster in het Noordlimburgse Ottersum. Begeleid door Chris Cacavas en Eric van Loo speelde hij een sterke dwarsdoorsnede uit zijn werk.

Wynns naam wordt nog vrijwel altijd in één adem genoemd met zijn band uit de jaren
´80, The Dream Syndicate. En natuurlijk, met name The Days of Wine and Roses en The Medicine Show zijn onverwoestbare klassiekers uit de gitaarunderground van dat decennium. Maar sinds de band in 1989 uit elkaar ging heeft Wynn solo, met Gutterball en met zijn huidige begeleidingsband Miracle 3 een minstens zo indrukwekkend oeuvre opgebouwd.

Dat bleek opnieuw in de Roepaen. In een semi-akoestische setting ging de aandacht vooral uit naar de liedjes en dan blijkt Wynn eens te meer één van de beste songschrijvers van zijn generatie te zijn. Bovendien lijkt de tijd op Wynn als liveperformer ook nog geen enkele vat te krijgen. Van de Dream Syndicate klassiekers Burn, When you Smile en Boston tot meer obscure albumtracks als Dandy in Disguise of There will come a day, Wynn, speelt met een bevlogenheid, plezier en intensiteit die maar weinig generatiegenoten met zo´n lange carriére kunnen opbrengen.



Chris Cacavas is in alle opzichten een geestverwant, minstens zo passievol als muzikant en muziekliefhebber. Al meer dan dertig jaar weten ze elkaar met enige regelmaat te vinden, de chemie tussen de heren is dan ook voordehandliggend. Van Loo, al een aantal jaren de Europese bassist van the Miracle 3 complementeert het geluid met een zelfde vanzelfsprekendheid.



Nieuwe volgers wint Steve Wynn hooguit nog maar mondjesmaat, maar hij lijkt zelf de laatste te zijn die zich daarom bekommert. Platen maken en live spelen, en zolang er loyale fans zijn die zijn cd´s willen kopen en de weg naar zijn optredens weten te vinden zal hij dat blijven doen. Omdat hij niets anders wil, omdat hij een muzikant pur sang is die nergens beter aardt dan op een podium.



_____________________________________________________________________________________





__________________________________________________





donderdag 23 december 2010

Top 2010

Fresh and Onlys – Play it strange
Blitzen Trapper – Destroyer of the void
The Walkmen – Lisbon
Surf City – Kudos
Super Wild Horses – Fifteen
Cotton Jones – Tall hours in the glowstream
Harlem – Hippies
Moonhearts – Moonhearts
The National – High violet
Deer Tick – Black dirt session

Een pretentieloos muziekjaar zonder echt grote platen, maar met wel heel erg veel leuke nieuwe bandjes. De muziek op mijn plaat van het jaar vormt een fraaie samenvatting daarvan: licht psychedelische melodieuze garagepop met waar nodig een rafelrandje.

Naast de tien hierboven had je ook nog Wheels on Fire, The Drums, Big Echo, Dum Dum Girls, de nieuwe Strange Boys, Black Keys, Avi Buffalo, Jaill en Phosphorescent. Opvallend: Bijna allemaal Amerikaanse bandjes (Surf City is Nieuwzeelands, in de beste Flying Nun traditie).

Om eerlijk te zijn is Listen Closlier van The Frowning Clouds (garagerock uit Australië) waarschijnlijk mijn meest gedraaide cd van het afgelopen jaar. Zo lekker, maar té retro om in een top 10 van 2010 op te nemen. Als het nou 1966 was geweest. Wel een heel vette eervolle vermelding. Fijnste Nederlandse plaat is gewoon die van Lucky Fonz III!
En waar is de Britpop gebleven?

Re-release: Dream Syndicate – The Medicine Show
Eindelijk!


Compilatie: Can you dig it? The music and politics of black action films 1968-75















Live: Triffids - Hasselt
Reunieconcert van de Australische jaren tachtigband en tegelijkertijd een eerbetoon aan de in 1999 overleden zanger en songschrijver van de band, David McCombs. Zijn rol werd overgenomen door een keur aan gasten, waaronder Rob Snarski van The Blackeyed Susans, Mick Harvey en Warren Ellis van The Bad Seeds (Nick Cave), Mark Snarski, zangeres Melanie Oxley, Simon Breed en Stef Kamiel Carlens.
Emotioneel, maar ook uiterst sfeervol dankzij de locatie, een oude fabriek, en een publiek bestaand uit vrijwel alleen maar 35plussende postpunkers.

Verder ook heel erg genoten van Grinderman, Wilco en Phosphorescent.



vrijdag 17 december 2010

vrijdag 3 december 2010

Kim Jong-Il kijkt naar dingen


Elk op zich is een ´gewone´ foto, achter elkaar gezet zoals op vormen al die foto´s een fascinerende blik in het dagelijks leven van een ´Groot Leider´: Kim Jong-il looking at things

dinsdag 16 november 2010

John Cale: Feeling good in Almelo

Hengelo werd als rockstad ooit onsterfelijk gemaakt door The Tragically Hip. ´I Remember Buffalo, and I remember Hengelo`, rijmden de Canadese rockers in At the hundredth meridian van hun plaat Fully Completely. Een jaar voor ze dit nummer schreven, traden ze op in de Hengelose poptempel Metropool, en blijkbaar had dat indruk gemaakt. Dat Almelo ook internationaal ´genamedropped´ is, en wel door een nog veel grotere muzikant, is een stuk minder bekend.

Luisterend naar onderstaand fragment kan ik er weinig anders van maken. Op ongeveer 3:10 zingt John Cale hier in de oude Velvet Underground klassieker Waiting for my man toch echt ´Feeling good, in Almelo, where I´ve gone out´? Het nummer staat op de live-elpee John Cale Comes Alive uit 1984. Maar hoe komt-ie in hemelsnaam bij Almelo?



In de jaren ´70 was er in Almelo een schouwburg/concertzaal, De Esch genaamd. Ik was destijds te jong om er een reguliere bezoeker te kunnen zijn. Zag Annie Golden (dat kauwgumkauwende meisje) met The Shirts optreden, maar dat was het wel zo´n beetje. In het zaaltje schijnt zo´n beetje de hele jaren ´70 nederpoptop te hebben gespeeld. Maar ook illustere buitenlandse namen waren er te gast, Beat Generation-dichters Allen Ginsberg en Gregory Corso, en dus ook John Cale.

Ik heb alle mogelijke woordcombinaties gegoogled, over die roemruchte Esch is vrijwel niets terug te vinden. Wel ligt er in de archieven van de Stanford University in California nog een poster van het Ginsberg-Corso optreden in de Esch, en de archivaris was zo vriendelijk mij een pdf-je daarvan te mailen. Over Cale echter helemaal niets, zelfs een gigography geeft geen uitkomst over datum van zijn optreden, laat staan dat er meer details (band? setlist?) te vinden zijn. Waarom hij zich zo goed voelde in Almelo tijdens het uitgaan lijkt dan ook voor altijd in nevelen gehuld te blijven. Tenzij er een lezer is van dit blog die zich hier nog één en ander van weet te herinneren...

<